Landelijke weggetjes en kerkenpaden voeren u langs kastelen en oude boerderijen en vertellen het eeuwenoud verhaal van dit mooie gebied. Een verhaal waarin het schilderachtige oude stadje Diepenheim, met in haar directe omgeving Kasteel Warmelo, Huize Diepenheim en de prachtige watermolen Den Haller, helemaal past!
Kaart met download
Interessante Punten
1. Huis Diepenheim

2. Watermolen Den Haller

Korenwatermolen Den Haller bij het stadje Diepenheim wordt al in het begin van de middeleeuwen genoemd. Samen met de omringend boerderijen en huizen vormt het een buurtschap met de status “beschermd dorpsgezicht”.
Tot 1970 was de molen nog volop in bedrijf. De wachtende boeren dronken tijdens het malen van hun graan een borrel in de nabijgelegen boerderij. In deze boerderij is nu een restaurant gevestigd.
De molen was lange tijd het bezit van de stad Deventer die begin 1400 de Schipbeek had laten graven. Dit om handel te drijven met een aantal plaatsen in Twente en het Duitse grensgebied.
Ik vertel u nog even een leuke anekdote: omdat de Diepenheimse Molenbeek, waaraan Den Haller ligt, de Schipbeek met de Regge verbindt, zouden destijds ook goederen van en naar rivaal Zwolle de Schipbeek kunnen bereiken. En dus moest de molenaar erop toezien dat de molenkolk niet gebruikt werd om goederen over te slaan.
Toen de scheepvaart over de Schipbeek en Regge onbelangrijk werd, verkocht Deventer de molen aan molenaar Hallers. Vandaar de naam “Den Haller”. De molen is regelmatig geopend voor het publiek.
3. Koeweiden

Vanaf het fietspad, een voormalig kerkenpad, kunt u de Koeweiden bewonderen. De Koeweiden zijn zo genoemd, omdat eeuwen geleden de dorpelingen hier hun koeien en schapen lieten grazen. Begin 2000 werden de Koeweiden als natuurgebied ontwikkeld. De beekzijde dient als waterberging, voor het geval de Buurserbeek in natte tijden overvol raakt. Iets dat naar verwachting een keer in de 5 Ă 10 jaar zal voorkomen.
4. Voormalig zwembad Het Fleer

Zwembad het Fleer werd in 1934 in gebruik genomen en was destijds een echt natuurbad, met houten beschoeiing, een bodem van zand en water dat uit de Schipbeek werd gepompt. In 1965 werd het bad grondig gerenoveerd; hout werd vervangen door beton, de badmeester kreeg een uitkijkpost en het water werd gezuiverd.
In 1992 werd de nog aanwezige poort echter voorgoed gesloten en sindsdien heeft de natuur er vrij spel. Het gevolg is dat er nu zeldzame dieren voorkomen, zoals ijsvogels en boomkikkers. De duikplank staat er nu alleen nog maar om een verfrissend duikje in het verleden van het bad te kunnen nemen.
5. Christophorus Kerk, Geesteren

Vroeger liepen iedere zondagmorgen de boerengezinnen over de kerkenpaden naar de Christophorus Kerk van Geesteren. Wanneer je weet dat deze gezinnen meestal kilometers ver weg woonden, de kerkenpaden niet zo mooi geplaveid waren als nu en dat er nog geen goede regenkleding bestond, dan kun je je voorstellen dat zo’n zondags kerkbezoek een hele opgave moet zijn geweest.
6. Museumboerderij Erve Brooks

In de uit 1538 stammende museumboerderij Erve Brooks zijn veel voorwerpen van vroeger te zien. Zo herbergt het oude landbouwwerktuigen, weefgetouwen, meubels, huisraad en knipmutsen. Maar ook hele oude bodemvondsten zijn tentoongesteld. En in de mooie tuin van het restaurant heb ik zelf al menig keer genoten van een ouderwets lekker kopje koffie. Ja, het is een aanrader, dat Erve Brooks!
7. Kerkenpad

In de buurt van Geesteren bevinden zich nog heel wat kerkenpaden (zie ook punt 9) waarop je als fietser heerlijk door het mooie landschap van deze streek kunt toeren.
8. Oude Sluis Schipbeek

De Oude Sluisweg verwijst naar een oude, gelijknamige boerderij. Interessanter is het feit, dat deze boerderij op haar beurt de naam heeft te danken aan een sluis die hier ca. begin 1600 in de Schipbeek werd gebouwd.
De Schipbeek is begin 1400 gegraven om het vervoer te water tussen Duitsland en Nederland mogelijk te maken. Hout en leem kwamen met zompen en vlotten naar ons land en zaken als boter, kaas, zout, haring, stokvis, siroop en brandewijn gingen naar onze oosterburen. De Schipbeek was in die tijd, vooral door het grote verval vanaf de Duitse grens tot de IJssel (29 meter), vaak moeilijk bevaarbaar. Rond 1750 werden maatregelen genomen om dat te verbeteren.
In die tijd verdienden 16 schippers hun brood op de Schipbeek. Vooral de Twentse textielindustrie leverde hun veel werk op, omdat textiel met boten naar blekerijen in Haarlem moest worden vervoerd. Maar vanaf het midden van de 19e eeuw verloor de Schipbeek, door concurrentie van weg- en spoorwegvervoer, geleidelijk aan haar transportfunctie.
Tegenwoordig vervult de Schipbeek alleen nog maar een taak op het gebied van de waterhuishouding.
9. Kasteel Warmelo, Diepenheim

Het oorspronkelijke kasteel wordt voor het eerst in 1315 vermeld. Het was een vierhoekig gebouw met een binnenplaats. In 1873 is het kasteel, afgebroken (alleen het poortgebouw bleef overeind), waarna in 1874 het huidige Kasteel Warmelo werd opgetrokken. Het kasteel is omringd door tuinen in verschillende stijlen, die veel bezoekers trekken. Ook de collectie azalea’s, rododendrons, rozen en meer dan 300 soorten fuchsia’s zijn het vermelden waard.
In 1952 kocht Prins Bernhard Kasteel Warmelo voor zijn moeder, Prinses Armgard, die er tot haar dood in 1971 woonde.
Sinds 1976 bezit en bewoont de familie Avenarius het kasteel.
Aanvullende informatie
Tip!
Heeft u genoten van de twee kastelen bij het stadje Diepenheim?
Dan zullen onderstaande routes zeker ook in de smaak vallen!


Uw reactie wordt gewaardeerd