Deze grensroute gaat voor een groot deel door Duitsland. Heel veel goed te berijden zandpaden voeren door het steeds weer verrassende landschap rondom Winterswijk. Een prachtig glooiend coulisselandschap net daarin de zo karakteristieke vriendelijke boerderijtjes. Het is een route die natuurliefhebbers en rustzoekers zeker goed zal bekomen!
Kaart met download
Interessante Punten
1. De Olliemölle
Het witte gebouw was vroeger in gebruik als oliemolen. Het rode als graanmolen. Begin 1900 werd de molenkolk nog door de bevolking van Winterswijk als zwembad gebruikt. Tot 1922 werd er nog gemalen. Momenteel bestaan er plannen om de oliemolen weer in ere te herstellen.
De korenmolen is in het bezit van de uitbaters van de ernaast gelegen Gasterij De Gulle Waard.
2. Oude Bocholtse Baan
Op dit 17,5 km lange tracé werd tussen 1880 en 1931 de treinverbinding Winterswijk-Bocholt onderhouden. Van 1931 tot 1936 reden er nog tweemaal per jaar bedevaartstreinen vanuit Winterswijk via Bocholt en Wesel naar Kevelaer. De rails is na WO II opgebroken. Nu ligt er een prachtig fietspad op het voormalige tracé.
3. Kommiezenpad
De beambten die tot 1995 de grens bewaakten en op smokkelaars jaagden, werden door de bevolking in de grensstreek kommiezen genoemd. Het kommiezenpad loopt langs beide kanten van de grens over historische tol- en smokkelpaden.
4. Burlo-Vardingholter Venn
Dit 143 ha grote natuurgebied bestaat uit groeiend hoogveen, veenplassen en natte heidevelden. Het is een van de laatste resten van de voormalige veengordel die de natuurlijke grens tussen Nederland en Duitsland vormde. Het Burlo-Vardingholter Venn heeft inmiddels de status van Natura-2000-gebied, waardoor het behoort tot het Europese netwerk van bijzonder waardevolle natuurgebieden.
5. Watermolen Oeding
In 1444 werd voor het eerst melding gemaakt van een watermolen op deze plaats. In 1955 waren op beide oevers van de Slinge een koren- en een oliemolen in bedrijf. Het waterrad werd in 1899 vervangen door een turbine. En in 1906 kwam daar nog een stoommachine bij. Zo leverde de molen van 1921 tot 1923 de stroom voor het eerste elektriciteitsnet van het dorp. Op het eind van WOII werd de molen verwoest, waarna in 1950 de herbouw plaatsvond. De stuw werd in 1960 aangepast aan de eisen van de tijd.
6. Oude Bocholtse Baan
(Zie 2.)
7. Steengroeve, Winterswijk
Rond 1920 reed een transporteur dagelijks naar Duitsland om daar stenen voor wegverharding te halen. De man bedacht dat de bodem van Winterswijk ook vol zat met keien. Dit was het begin van de in 1932 geopende steengroeve. De stenen bleken echter te zacht voor wegverharding. Maar voor landbouwkalk waren ze wel geschikt. Vanaf WOII komen de stenen toch in de wegenbouw terecht. Vermalen worden ze samen met zand, grind en bitumen tot asfalt verwerkt.
Het rustpunt geeft een prachtig uitzicht over de groeve!
8. Strandbad, Winterswijk
Begin 1900 zwom de bevolking van Winterswijk nog in de molenkolk van de Olliemölle. (zie 1.) Maar dankzij een werkverschaffingsproject uit de crisisjaren van de vorige eeuw kon het strandbad in 1933 in gebruik worden genomen. Het gebouw werd opgetrokken uit straatklinkers, die aanvankelijk bestemd waren voor verharding van de Groenloseweg.
Uiteindelijk voldeed het bad niet meer aan de wensen van het publiek en aan de aangescherpte veiligheidsnormen. In 2001 moest het worden gesloten. Maar dankzij een brede groep initiatiefnemers kwam er een ingrijpende restauratie, waarna er vanaf 2011 weer wordt gezwommen in dit opvallende bad.
Geef een antwoord